Het jaar 1932 was een wonderjaar voor Pablo Picasso. In 366 dagen maakte hij honderden meesterwerken. Museum Tate Modern toont een ruime selectie van de kunst uit dat jaar in de expositie Picasso 1932 – Love, Fame, Tragedy.

Pablo Picasso (1881 – 1973) beschouwde zijn beeldende kunst als zijn dagboek. Ook als je bedenkt dat 1932 een schrikkeljaar was, is het dagboek dat deze kunstenaar in dat jaar bijhield overvloedig gevuld. Anderen krijgen gedurende hun hele leven niet voor elkaar wat Picasso in een jaar maakte: hij schilderde, etste en beeldhouwde in 366 dagen honderden meesterwerken. Tate Modern, het populaire, drukbezochte Londense museum voor moderne kunst, richtte (in navolging van het Parijse Picasso-museum) een expositie in met werk uit 1932. De in Spanje geboren, in Frankrijk wonende kunstenaar was vijftig jaar, hij stond op het hoogtepunt van zijn roem en zijn productie was ongekend hoog. De wereldeconomie verkruimelde maar het ging Picasso vooralsnog voor de wind. Hij was zo’n zeldzame kunstenaar die al tijdens zijn leven succes had.

The Mirror
The Mirror

De wereld stond in 1932 aan de vooravond van een nieuwe oorlog, maar Picasso hield zich vooral bezig met de kunst. Hij beeldhouwde, tekende, etste en schilderde in een razend tempo, maar hij was tevens betrokken bij zijn eerste eigen museale overzichtstentoonstelling in het Kunsthaus in Zürich. Critici waren onder de indruk van Picasso’s werk dat moeilijk was onder te brengen in bestaande artistieke stromingen, maar dat de bezoekers overweldigde. Tate Modern maakte binnen de grote tentoonstelling een mini-expositie waarin Picasso’s vroegere werk te zien is tussen zijn kunst uit 1932. Dit vroege werk met onder meer een portret van Picasso’s vrouw Olga, een schilderij van hun zoon Paulo als harlekijn en een zelfportret is realistischer dan zijn latere abstractere doeken.

Pablo Picasso
Pablo Picasso

Ook in 1932 stond het alledaagse leven centraal in Picasso’s werk. Naast het tekenen en schilderen van tafereeltjes uit zijn woonomgeving (Parijs en Boisgeloup), was ‘de vrouw’ een geliefd onderwerp. Tot dan toe had hij vooral portretten gemaakt van zijn echtgenote Olga, maar in toenemende mate hield hij zich bezig met de atletische gestalte van een aanvankelijk gezichtsloze vrouw, waarin steeds duidelijker Marie-Thérèse Walter is te herkennen. Picasso had haar 5 jaar eerder als 17-jarig meisje voor de deur van het Parijse warenhuis Galeries Lafayette ontmoet en hij was zo onder de indruk van haar sportieve lichaam en haar klassieke gelaatstrekken dat hij haar vroeg of ze voor hem wilde poseren. Picasso en Marie-Thérèse begonnen vervolgens aan een langdurige geheime verhouding. Tijdens gezinsvakanties aan de Franse kust huurde Picasso ter plekke een hotelkamer voor zijn jonge maîtresse zodat ze altijd in de buurt was. Als Picasso verliefd was, zag je dat terug in zijn werk. De explosief kleurrijke doeken uit de eerste helft van 1932 hadden dan ook alles te maken met de grote liefde van de kunstenaar voor de 28 jaar jongere Marie-Thérèse. Picasso’s artistieke ervaring en zijn creatieve lef leidden tot maximale beeldende vrijheid. Dat Olga geen argwaan had, verbaast na het bekijken van de tientallen erotisch geladen portretten van de blonde jonge vrouw. Picasso’s huwelijk strandde pas jaren later nadat Marie-Thérèse een kind van hem had gekregen. Vier jaar na het overlijden van Picasso maakte Marie-Thérèse een eind aan haar eigen leven.

Rest
Rest

De zon scheen echter niet het hele jaar uitbundig. In het najaar van 1932 maakte Picasso meer gebruik van potlood en inkt en ging hij geleidelijk over op grijstinten. Op de tentoonstelling in Tate Modern valt op hoe uiteenlopend het karakter van Picasso’s werk is. Picasso was een man van uitersten: een wellustig stierengevecht wisselde hij af met het teder aanbrengen van een fragiele vlinder op het doek. Ook liefde en erotiek kregen uiteenlopende gezichten bij Picasso. Zijn verliefdheid op Marie-Thérèse bracht niet alleen vreugde, maar ook innerlijke onrust. De ene keer gaat hij ‘de vrouw’ te lijf als een verkrachtende Minotaurus, alsof hij het liefst voorgoed verlost zou zijn van zijn alles-verterende passie, maar op een volgend portret beeldt hij een slapende vrouw liefdevol af alsof hij haar vooral met een vaderlijke blik bekijkt. Vrouwen kunnen bij Picasso uitgerust zijn met gevaarlijke octopus-tentakels, maar het volgende moment luisteren ze vredig en gebiologeerd naar een lieflijk musicerende fluitspeler.

Nude in a Black Armchair
Nude in a Black Armchair

De meest aangrijpende werken bevinden zich aan het slot van de tentoonstelling. Op ‘De Redding’, waarvan verschillende versies te zien zijn, tekende en schilderde Picasso een vrouw die uit het water wordt getrokken. Marie-Thérèse was in 1932 uit haar kajak in de rivier de Marne gevallen en bij die gelegenheid bijna verdronken. Ze belandde met een ernstige infectie in het ziekenhuis en balanceerde maandenlang op de rand van de dood. Deze gebeurtenis confronteerde Picasso met zijn diepste angst: het verliezen van wat hem dierbaar was. Als kind had Picasso meegemaakt dat zijn zevenjarige zusje Conchita aan difterie was gestorven, een gebeurtenis die nooit volledig uit zijn gedachten (en zijn werk) verdween. In zijn werk probeerde hij vast te houden wat hem in het echte leven kon ontvallen. De laatste versie van ‘De Redding’ toont twee keer dezelfde vrouwspersoon. De ene trekt de ander, en daarmee dus zichzelf, omhoog uit het water. Het is een krachtige verbeelding van de mens die weet dat het noodlot onherroepelijk toeslaat, maar die dat moment zo lang mogelijk probeert uit te stellen. Als tovenaar met beelden  overtrof Picasso vele anderen, maar echte wonderen kon hij niet verrichten.

The Rescue
The Rescue

The EY Exhibition: Picasso 1932 – Love, Fame, Tragedy

The Eyal Ofer Galleries, Tate Modern, Bankside, London SE1 9TG

Openingstijden:

Zondag tot donderdag 10.00–18.00

Vrijdag en zaterdag 10.00–22.00

Nog te zien tot en met 9 september 2018