Salman Rushdie (1947), die nogal eens het nieuws haalt om de verkeerde redenen, verrast zijn lezers met een krachtige, zinnelijk geschreven en bij tijden geestige roman. Victoriestad is opgebouwd als een door een bescheiden schrijver naverteld historisch epos. Plaats van handeling is het in Zuid-India gelegen Vijayanagararijk, dat van de veertiende tot de zestiende eeuw een periode van bloei en van verval beleefde.

Rushdie maakt in zijn boek gebruik van werkelijk bestaande personen en verifieerbare gebeurtenissen. De naamloze verteller baseert zijn relaas op een in de grond begraven en teruggevonden document. De oorspronkelijke tekst is van de hand van Pampa Kampana die als medium een brug vormde tussen de godenwereld en die van aardse stervelingen.

Pampa krijgt niet alleen woorden aangereikt die haar vertelling uittillen boven het alledaagse bestaan, ze is tevens in het bezit van bovennatuurlijke krachten waarmee ze anderen kan beïnvloeden. Als we Pampa mogen geloven is zij hoogstpersoonlijk verantwoordelijk geweest voor de stichting van Victoriestad. Na het planten van een handvol magische zaden en bonen verrijst de stad, inclusief haar volwassen inwoners. Pampa geeft de burgers levensadem en voorziet hen van een ‘geschiedenis’.

De eerste weken verloopt het leven in Bisnaga (Victoriestad) paradijselijk. Pampa mag zich als echtgenote van vorst Hukka, koningin noemen van het door haar gecreëerde rijk. Bij Salman Rushdie blijft zo’n vertelling niet lang steken op een zorgeloos sprookjesniveau. Op een intrigerende manier verweeft hij het verleden, het heden en onbedoeld zelfs de toekomst met elkaar. Dankzij het gekozen vertelperspectief maakt hij zijn lezers duidelijk dat India destijds een hoogontwikkelde maatschappij was, waar religieuze vrijheid de toon aangaf en waar Europese passanten werden beschouwd als halve barbaren.

“The only people who see the whole picture are the ones who step out of the frame.” Salman Rushdie

Lezers met een westerse bril hebben nogal eens de neiging om andere culturen als inferieur en conservatief te beschouwen. Het is dan ook verhelderend om te lezen dat in het veertiende-eeuwse Vijayanagara kunst en cultuur op een voetstuk stonden, economie en wetenschap bloeiden en dat vrouwen meer mogelijkheden hadden dan veel van hun 21e-eeuwse seksegenoten. Rushdie overdrijft wellicht als Pampa pleit voor gelijke rechten voor man en vrouw. Zijn verhaal wordt geloofwaardiger als de progressieve koningin wordt teruggefloten door haar echtgenoot. De koning moet toch al knarsetandend toezien, hoe zijn vrouw schaamteloos amicaal omgaat met een Portugese paardenhandelaar.

De vermeende goddelijke inspiratie van dit in begrijpelijke taal navertelde epos voorziet de nederige auteur van kanttekeningen met een hedendaagse knipoog: ‘Hier moet worden opgemerkt dat dit de eerste keer is in de tekst dat de dichteres ons vertelt dat de koningin en de koning twee kinderen hadden, we zouden zelfs kunnen zeggen dat deze omissie een onvolkomenheid In het werk is.’

Op een subtiele manier raakt het levensverhaal van Pampa dat van Rushdie. Waar Pampa de inwoners van Victoriestad aanvankelijk nog kan kneden, raakt ze gaandeweg de controle kwijt. Als het rijk in de greep komt van dogmatische leiders die geen geduld hebben met andersdenkenden, is ze gedwongen om in ballingschap te gaan.

Die parallel met Rushdies eigen onderduikperiode mag dan doelbewust zijn aangebracht, dat geldt niet voor het profetisch gebleken lot dat Pampa ondergaat: als de wraaklustige koning haar ogen bewerkt met een hete staaf verliest ze haar gezichtsvermogen. In de zomer van 2022 werd Salman Rushdie tijdens een lezing in de staat New York met een mes aangevallen door een extremist die zich gekwetst voelde door De duivelsverzen (1988). De 21-jarige dader gaf na zijn aanhouding toe dat hij slechts enkele bladzijden van deze door Rushdie geschreven roman had gelezen. De schrijver verloor bij de aanslag het zicht aan een oog en ook kan hij zijn schrijfhand niet meer gebruiken.

De carrière van de in India geboren en in Engeland getogen Salman Rushdie kwam op stoom na het winnen van de Britse Booker Prize voor zijn roman Midnight’s Children (1981). De auteur combineert in zijn werk oosterse en westerse verteltradities en vult die aan met magisch-realistische elementen. Toen Rushdie voor zijn raamvertelling De duivelsverzen historische feiten, dromen, openbaringen en Koranteksten versmolt tot een gelaagde roman over goed en kwaad bleef het een half jaar rustig. Op Valentijnsdag 1989 sprak de Iraanse leider Khomeini echter een banvloek uit over ‘nestbevuiler’ Rushdie die de profeet zou hebben beledigd. De vogelvrije schrijver verdween enige tijd van de publieke radar. De laatste jaren verscheen hij weer in het openbaar voor onder meer het geven van lezingen. Rushdies werk leek enigszins te lijden onder zijn fatwa. In Victoriestad, dat hij vlak voor de aanslag voltooide, heeft hij zijn vitale vertelstem weer te pakken. Het is te hopen dat de recente gebeurtenissen die stem niet hebben aangetast.