Mede dankzij het succes van de Hollywoodfilm If Beale Street Could Talk staat James Baldwin (1924-1987) weer volop in de belangstelling. In de jaren zestig en zeventig schreef de auteur en sociaal criticus over rassenrelaties in met name de Verenigde Staten van Amerika. Zijn werk kreeg navolging toen Ta-Nehisi Coates in 2015 het pamflet Tussen de wereld en mij schreef, dat zowel qua vorm als inhoud lijkt op de vlammende betogen uit Baldwins pen.

Twee van Baldwins boeken zijn onlangs in het Nederlands vertaald: de roman Als Beale Street kon praten (1974) en twee essays uit 1963 die zijn samengevoegd onder de titel Niet door water maar door vuur. Hoewel beide werken een vergelijkbare thematiek hebben, verschillen ze in toon. In Als Beale Street kon praten is de negentienjarige Tish de hoofdpersoon. Ze is onbevangen op het naïeve af, maar ze staat open voor indrukken en ideeën en ze heeft een aangename vertelstem die deze roman, ondanks de heftige problematiek, een lichte toon geeft.

Kiki Layne & Stephan James
Kiki Layne & Stephan James

Tish groeit op in een liefdevol zwart gezin en ze neemt het leven serieus genoeg om zich grote zorgen te maken over haar prille zwangerschap. Haar ouders laten merken dat haar kind welkom is en ook haar vriend, de gevoelige beeldhouwer Fonny neemt zijn verantwoordelijkheid. De echte problemen ontstaan als Fonny door een racistische agent wordt gearresteerd als dader in een verkrachtingszaak. James Baldwin tekent in een meeslepende stijl de onmacht die je kan overvallen als ‘het systeem’ zich tegen je keert en als je stem door niemand gehoord en erkend wordt. Tish en haar familie ontpoppen zich tot gedreven pleitbezorgers voor de onterecht vastzittende Fonny, die door zijn eigen familie in de steek gelaten is. Zonder grote woorden te gebruiken en zonder de grijstinten uit het oog te verliezen, schildert Baldwin een prachtig portret van het alledaagse leven in de zwarte wijk Harlem, waar mensen hoopvol blijven, zelfs in de meest hopeloze omstandigheden. Dankzij de levendige, tijdloze vertaling kunnen ook de lezers van vandaag in het Nederlands genieten van deze sensitieve, beeldend geschreven roman.

Time Magazine
Time Magazine

Het vertalen van de twee essays bleek een lastiger karwei. Dat heeft onder meer te maken met het veranderde taalgebruik sinds de jaren zestig en zeventig. Die verandering was al begonnen in de periode dat Baldwin zijn pamfletten schreef. In zijn geschriften uit de zestiger jaren gebruikte hij nog het woord ‘negro’ waar hij in de jaren zeventig ‘Afro-American’ schreef. Het is een probleem dat we ook zien rondom tentoonstellingen en herdrukken van literaire werken; sommige zaken moeten worden uitgelegd, soms is er ook sprake van regelrechte censuur. Dat uitgerekend James Baldwins vlammende protest tegen racisme gecensureerd moet worden, is ronduit pijnlijk. De vertaler en de uitgever werden het over de woordkeuzes niet eens. Vertaler Harm Damsma vindt dat je Baldwin alleen recht doet als je hem letterlijk vertaald. In de originele taal passen uitgevers immers ook geen censuur toe? Uitgever De Geus is echter van mening dat Baldwins essays bestemd zijn voor een nieuwe generatie lezers die aanstoot zal nemen aan de termen ‘neger’ en ‘blanke’. Het gevolg van deze ingreep is dat het nu niet meer mogelijk is om het onderscheid te herkennen dat Baldwin in zijn tekst maakt tussen ‘negro’ en ‘black’. Harm Damsma kreeg wel de gelegenheid om zijn visie op deze zaak te beschrijven in een nawoord en deze kwestie is daarmee een perfecte illustratie van de gevoeligheid van deze materie.

James Baldwin
James Baldwin

Wat Baldwins essays extra schrijnend maakt, is dat hij al op veertienjarige leeftijd een hartstochtelijk voorganger van de kerk was, maar dat zijn geloof fundamenteel werd aangetast door de manier waarop medechristenen hem aanspraken: ‘Onze maatschappij is wit omdat God dat zo verordonneerd heeft’. In zijn taalgebruik bleef Baldwin overigens wel een echte prediker. In zijn teksten hoor je de cadans die je aantreft bij dominees van baptistenkerken. Het is een opzwepende, poëtische manier van spreken, die geleidelijk naar een climax toewerkt en die ook veel werd toegepast door sprekers die zich bezighielden met de Amerikaanse burgerrechten.

In de twee essays ‘Mijn kerker beefde’ (geadresseerd aan zijn dertienjarige neef) en ‘Aan de voet van het kruis’ volg je Baldwins ontwikkeling op de voet. Als jongeman bezoekt hij Elijah Muhammad van The Nation of Islam-beweging die hem precies kan vertellen waarom de zwarte man op den duur de wereld zal overnemen. Baldwin is te slim en te belezen om alles voor zoete koek te slikken, zelfs in gesprek met charismatische leiderstypes houdt hij enige distantie en daardoor haak je als lezer niet af en blijf je geboeid, maar geschokt over het vele onrecht dat hij beschrijft.

Filmbeeld
Filmbeeld

Baldwin snijdt zoveel onderwerpen aan, dat het soms bijna teveel is. Hij probeerde zich te bewijzen als kunstenaar, hij wilde niet worden beoordeeld vanwege zijn huidskleur, hij zocht naar een manier om zijn geloof een plek te geven en hij voelde zich gediscrimineerd als homoseksueel. Geen wonder dat hij voor zijn roman Als Beale Street kon praten koos voor een zwart heterostel in de hoofdrol. Die situatie was al gecompliceerd genoeg.