Waar je op de wereld ook een museum voor moderne kunst binnenwandelt, oog in oog komen te staan met de creaties van Karel Appel (1921 – 2006) is altijd een feest der herkenning. De schilderijen en beeldhouwwerken van de honderd jaar geleden in de Amsterdamse Dapperstraat geboren kunstenaar zijn vitaal, explosief, kleurrijk en ze bruisen van levenslust. Hoewel Appels werk in de loop der jaren abstracter werd, onderscheidde hij zich van veel van zijn tijdgenoten door niet weg te zinken in uitzichtloos pessimisme of hooghartig cynisme. Dankzij de kinderlijke inslag van zijn doeken en beelden hebben ze altijd iets hoopvols. Tot op hoge leeftijd behield Appel zijn onbevangen blik op de wereld.

'Wounded dragonflies'
‘Wounded dragonflies’ (1961)

Karel Appels door primitieve driften gestuurde manier van werken, leidde nogal eens tot het misverstand dat zijn kunst door kinderen gemaakt had kunnen zijn. ‘Dat kan mijn kleine zusje ook,’ schamperden Nederlandse museumbezoekers bij het zien van zijn werk. Nederland is het enige land dat Appel nooit helemaal serieus heeft genomen. Appel heeft uitspraken gedaan die achteraf misschien niet handig waren. Zelfspot wordt doorgaans niet begrepen en vaak zelfs tegen je gebruikt. Appels uitroep: ‘Ik rotzooi maar wat aan,’ bedoeld om zich als kunstenaar niet te willen verheffen boven het gewone volk, keerde als een boemerang bij hem terug en besmeurde zijn reputatie. De film die Jan Vrijman in 1961 over de kunstenaar maakte, werkte als olie op het vuur. ‘Ik smijt de verf met bakken tegelijk op het doek,’ zei Appel, om vervolgens de daad bij het woord te voegen en de in het canvas verscholen cameralens de volle laag te geven.

De tweede scheppingsdag
De tweede scheppingsdag, Paaskerk, Zaandam

In diezelfde documentaire sprak Karel Appel de zin uit waar de kern van zijn oeuvre om draait: ‘Ik ga uit van de materie.’ Voor Appel was het beeld belangrijker dan de betekenis ervan. Zijn beeldhouwwerk stelde hij bij voorkeur samen uit gevonden voorwerpen, die hij uitkoos vanwege hun kleur, hun textuur of hun vorm. Het is veelzeggend dat Appel zich bij het maken van zijn kunst liet inspireren door jazzmuziek. Jazzmuzikanten komen tot bloei als ze de tekst van een liedje achter zich laten en vrijelijk mogen improviseren. Ze gaan uit van een thema waaruit een ter plekke gecreëerd kunstwerk ontstaat. Het idee is hooguit in de basis nog te herkennen en muzikanten kleuren graag buiten de lijntjes. Op dezelfde manier bedacht Appel van te voren basisvormen voor zijn werk. Hij mengde zijn verf zorgvuldig tot de gewenste kleurschakering en intensiteit bereikt was. Karel Appel beheerste de techniek als geen ander en hij wist precies waar hij mee bezig was.

Character, 1957
Character, 1957, Museum Boijmans, Rotterdam

Appel bezocht de Amsterdamse Rijksacademie in een periode die bepaald niet kunstvriendelijk was. Zijn latere werk zou in de oorlog zeker het predicaat Entartete Kunst gekregen hebben. Dat Appel zich niet openlijker distantieerde van de Duitse bezetter zegt vermoedelijk meer over zijn politieke naïviteit dan over zijn eventuele Nazisympathieën. Het was Appel puur om de kunst te doen. Gretig dronk hij de lessen kunstgeschiedenis in, waarover hij thuis (hij kwam uit een eenvoudig kappersgezin) weinig had meegekregen. Voorgangers als Rembrandt en Van Gogh, die beide in hun eigen periode vernieuwend en richtinggevend waren, inspireerden hem.

Postzegels
Postzegels

Na de Tweede Wereldoorlog verzette Appel zich hevig tegen de verstikkende verburgerlijking die Nederland opnieuw in haar greep kreeg. De verf was zijn wapen, hij streed niet met woorden maar met kleuren en vormen, waarmee hij zijn opstandige gevoelens beter kon uitdrukken. Hoewel Appel aanvankelijk samenwerkte met Europese geestverwanten onder de naam CoBrA was hij bij uitstek een solist. De oerdriften die opborrelden in zijn ziel vonden een uitweg in royaal beschilderde doeken en explosieve beeldhouwwerken. Zijn grenzeloze scheppingsdrang leidde tot steeds groter wordende kunstwerken, zoals de 80 meter lange ‘Muur der energie’ die hij in 1955 beschilderde voor de Nationale Energie Manifestatie in Rotterdam.

Wall of Energy
Wall of Energy, Rotterdam

Voor de Paaskerk in Zaandam, waar de vader van cabaretier Freek de Jonge predikant was, ontwierp Karel Appel in 1957 zes glasappliqué ramen. Elk raam stelde een scheppingsdag voor; de zevende dag, de rustdag, ontbrak. Het kerkbestuur was minder blij met de muurschildering die Appel maakte. De woorden: ‘De ganse schepping wacht met reikhalzend verlangen op het openbaar worden der zonen Gods’ (Romeinen 8:19) verdwenen dan ook onder een nieuwe verflaag.

Karel Appel in 1955
Karel Appel in 1957 in de Paaskerk in Zaandam

Nederland was te klein en te benepen voor Appel die in de Verenigde Staten een enthousiast onthaal kreeg. In New York sloot hij vriendschap met zijn Rotterdamse kunstbroeder Willem de Kooning die om dezelfde reden zijn vleugels had uitgeslagen.

'Horizon of Tuscany' #36
‘Horizon of Tuscany’ #36 (olieverf op doek, 1995)

Appel was een productieve kunstenaar die een indrukkend oeuvre heeft nagelaten. Ook in zijn latere werk, waarin het Toscaanse landschap centraal staat, vond Appel een prachtige balans tussen cultuur en natuur, tussen abstractie en werkelijkheid. Dankzij zijn superieure beheersing van vormen en kleuren drukte de meesterhand van Karel Appel een onuitwisbaar stempel op de moderne kunstgeschiedenis.