Als een essaybundel je gedachten al wekenlang in beslag neemt, moet die wel goed geschreven zijn. Jonathan Franzen (1958) brengt op een geraffineerde manier de urgentie van zijn boodschap over. De Amerikaanse auteur kiest deze keer niet voor de omweg van de roman (De correcties (2001), Vrijheid (2010), Zuiverheid (2015)), maar spreekt zijn publiek rechtstreeks aan.

In het openingsstuk ‘Het essay in donkere tijden’ schetst Franzen de wereld van nu waarin subjectiviteit, authenticiteit en ik-gerichtheid de norm zijn geworden, tot in de serieuze journalistiek toe. Meningen en indrukken lijken belangrijker geworden dan feiten. Toch maakt het genre van het persoonlijke essay geen bloeiperiode door. De reden daarvoor is volgens Franzen dat essays worden geschreven om andersdenkenden ergens van te overtuigen. De meeste mensen hebben echter helemaal geen behoefte om van andere opinies kennis te nemen: ‘We brengen een groot gedeelte van onze dagen door met het lezen op schermen van dingen waarvoor we nooit een echt boek zouden opslaan – en maar klagen dat we het zo druk hebben.’

Jonathan Franzen
Jonathan Franzen

Hier lijkt een Amerikaanse profeet te zijn opgestaan. Jonathan Franzen, die Europese wortels en een protestantse achtergrond heeft, wordt gedreven door een combinatie van schuldgevoel en ‘depressief realisme.’ Zijn ondiplomatieke drang om ‘te zeggen waar het op staat’ bracht hem al eerder in moeilijkheden. Toch komt Franzen in Het einde van het einde van de wereld niet over als een betweter omdat hij ook volstrekt eerlijk naar zijn eigen gedrag kijkt en al nadenkend en schrijvend zijn voortschrijdende inzichten met de lezers deelt.

Franzen heeft een missie. De mensheid onderschat in zijn ogen het klimaatprobleem, de grootste bedreiging waar de wereld ooit mee te maken heeft gehad. ‘Zelfs de Europese Unie, die als eerste het klimaat op de wereldagenda zette, concentreert zich alweer op economische groei.’

Jonathan Franzen is geen mooi-schrijver. Hij laat in deze bundel niet alleen de fictie achterwege, het lijkt wel alsof hij ook alle literaire franje met opzet heeft weggelaten om de ernst van zijn boodschap te onderstrepen. Veel van zijn essays gaan over vogels, een onderwerp waarover hij erg veel weet. Door te beschrijven hoe groot de impact van de klimaatverandering is op het leven en het welzijn van trekvogels wereldwijd, werpt hij een volstrekt nieuw licht op dit onderwerp.

Vogeltrek
Vogeltrek

Franzen toont een glimp van de rijkdom van de vogelwereld met boeiende observaties als: ‘Een koningspinguïn in het wild zien, was wat mij betreft niet alleen een prima reden om deze reis te hebben gemaakt; het was zelfs een prima reden om geboren te zijn op deze planeet.’

Franzen wijdt ook enkele essays aan de kunst van het schrijven zelf. Daardoor ga je ineens begrijpen waarom deze bundel zoveel indruk maakt. Schrijven is het ordenen van je gedachten. Al schrijvend ontdek je wat je daarvoor hooguit vermoedde. Franzen heeft zijn jarenlange expertise op het gebied van vogeltrek en klimaatverandering omgezet in het helderste proza waartoe hij in staat is. Hierdoor overtuigt zijn verhaal over het gevaar van de opwarming van de aarde: het is veel erger dan we al dachten.

Keizerpinguin
Koningspinguïn

Het meest zorgwekkende is nog wel dat Franzen schrijft dat klimaatwetenschappers wel weten dat het veel te laat is om het tij nog te kunnen keren, maar dat ze toch maar blijven hameren op wereldwijde gedragsverandering om de gevolgen niet nog rampzaliger te maken dan ze al zijn. De ironie is dat doordat Franzen dit hardop durft te zeggen sommige milieuactivisten hem in het kamp van de ‘klimaatontkenners’ plaatsen. Dat inhoudelijke kritiek op mensen die je in de kern steunt niet meer wordt begrepen, bewijst hoe verdeeld de mensheid is en hoe subtiele nuances ondersneeuwen in de platte werkelijkheid van Twitter.

Gelukkig blijft Franzen niet steken in zijn schuldgevoel over ‘de mens als erfvijand van de natuur’. Hij wijst ook op een ‘ander christelijk geluid’, het door Franciscus van Assisi gegeven voorbeeld van leven vanuit oprechte en kwetsbare liefde voor de natuur. Of zoals Franzen het zelf formuleert: ‘Liefde is een betere prikkel dan schuld.’

N.a.v. :

Jonathan Franzen – Het einde van het einde van de wereld. Essays. Vertaald door Peter Abelsen en Robert Neugarten. Uitgeverij Prometheus, Amsterdam, 2018. 224 blz. € 19,99

(Heeft op 9 november 2018 in het Nederlands Dagblad gestaan)