Vrijdag 12 juli 2024
‘Sommige festivals bewaren de beste act voor het laatst, wij beginnen er gewoon mee,’ zei presentator Mijke Loeven voorafgaand aan het concert van saxofonist Chris Potter, pianist Brad Mehldau, bassist John Patitucci en drummer Jonathan Blake. Het superkwartet ging stevig van start, maar liet na zo’n twintig meer verstilling en lyriek toe. De musici, die speelplezier en kwaliteit combineren, daagden elkaar uit tot grote hoogten.
In de Nile bracht Shirma Rouse een spectaculair eerbetoon aan Aretha Franklin (1942 – 2018). De Rotterdamse zangeres belichtte zowel de gospelkanten van haar Amerikaanse voorbeeld als succesnummers als ‘Respect’, ‘Think’, ‘Natural Woman’ en een verrassende versie van de Rolling Stones-klassieker ‘I Can’t Get No Satisfaction’. Rouse werd opzwepend begeleid door het Orkest van de Koninklijke Luchtmacht dat is samengesteld uit 41 blazers en een zevenkoppige ritmesectie.
In het verleden stonden uitvoerders van de compositieopdracht nogal eens voor kleine of halfvolle zalen te spelen. Tijn Wybenga pakte de zaken groter aan: hij schreef zijn werk voor zangeres Lizz Wright, trompettist Ambrose Akinmusire en het Metropole Orkest, dat hij zelf dirigeerde. Centraal in zijn compositie stond het verhaal van een vluchteling uit Syrïe en de vraag: waar vind je menselijke warmte en troost als alles je is afgenomen. Lizz Wright hielp bij het schrijven van de teksten en speelde een belangrijke rol in het overbrengen van de aangrijpende muziek.
Het optreden van Isaiah Collier begon tranceachtig met kalme pianomuziek en natuurgeluiden. Toen de bandleider zijn saxofoon aan de lippen zette, kwam er meer passie in het spel van the Chosen Few waarin opnieuw drummer Jonathan Blake meespeelde. De geest van John Coltrane leek tijdens het concert neergedaald te zijn. In zijn bezwerende teksten deed Collier een oproep tot liefde en wereldvrede.
Gitarist Kurt Rosenwinkel hoort bij de generatie muzikanten die in de jaren negentig de jazz nieuw leven inblies. Een kwart eeuw jaar later riep hij zijn oude vrienden tenorsaxofonist Mark Turner, bassist Ben Street en drummer Jeff Ballard weer bij elkaar op het podium voor een reünie. Het heilige vuur bleek nog allerminst gedoofd te zijn.
Bassist Avishai Cohen liet zich deze 47e editie van het festival van een heel andere kant zien. Voor zijn nieuwste project werkte hij samen met de zanger en congero Abraham Rodriguez junior. De Afro-Caribische ritmiek van het duo werd aangevuld met zang en dans van Virginia Alvarez en bijdrages van saxofonist Yosvany Terry, trompettist Diego Urcola en percussionist José Angel. ‘Eigenlijk is dit dansmuziek,’ moedigde Cohen zijn publiek aan. Pogingen van een zaalwacht om de dansende mensen uit het middenpad naar de zijkant te dirigeren, strandden toen een sensueel bewegende dame de weerloze jongen meevoerde in haar dans.
Het weer wilde op de eerste dag nog niet zo meewerken en dat was vooral nadelig voor de artiesten op de buitenpodia. De Amsterdam Klezmer Band liet zich door die omstandigheden niet uit het veld slaan en bouwde een blijmakend Jiddisch-Balkan-feestje in de druilregen.
Doorgaans beginnen de concerten op North Sea Jazz op tijd, maar dat van Raye was hierop een uitzondering. Raye’s verbindende performance maakte dat echter meer dan goed, zeker toen ze diep door het stof ging en zei hoe ‘embarrassed’ ze was dat ze ‘het publiek van dit belangrijke jazzfestival’ had laten wachten. Raye’s teksten zijn persoonlijk, haar presentatie aanstekelijk en doorspekt met droge, Britse humor. Haar stem, begeleid door haar strak-spelende orkest, klonk magistraal door de Nile.
Vandaag werd bekendgemaakt dat North Sea Jazz nog zeker tot 2031 in Rotterdam zal blijven.
Zaterdag 13 juli
Het ensemble van de Britse trompettist en bandleider Matthew Halsall opende de tweede festivaldag met een indrukwekkende combinatie van akoestische en elektronische muziek. Harp, trompet, piano, bas, percussie en slagwerk klonken dankzij de soundscapes en de elektronische beats droomachtig kalmerend.
Artist-in-residence Meshell Ndegeocello maakte op de eerste dag een wat ambivalente start in de Congo. Haar poëzie was niet goed te verstaan en het geluid was niet in balans. Zaterdag in de Hudson nam ze glorieus revanche met een afwisselende, overtuigende en af en toe aangrijpende set. De uit Washington DC afkomstige muzikant gaf aan dat ze lichamelijk niet in orde was vanwege een virus. De songs van haar album Omnichord Realbook liepen uiteen van een eenvoudige maar doeltreffend mooie ballad over de dingen waar je ‘s nachts zoal van kunt wakker liggen tot space-jazz met gelaagde ritmiek. Toen de band precies op tijd een passend slotakkoord neerlegde en presentator Kees van Boven aanstalten maakte het concert af te kondigen besloot Ndegeocello tot verbazing van iedereen nog maar eens een nummer in te zetten.
Vibrafonist Joel Ross speelde in de Madeira in de blues gewortelde muziek van zijn nieuwe album nublues. De uit jonge musici bestaande band gunde het publiek geen enkel moment van rust en liet alle nummers in elkaar overlopen.
De leden van thee Sacred Souls maakten meer gebruik van hun communicatieve vaardigheden. De Amerikaanse groep bouwde een sprankelend soulfeestje in de beste Motown-traditie met een hedendaagse oproep tot liefde en acceptatie. Vocalist Josh Lane nam halverwege een warm bad in het Rotterdamse publiek.
De Amerikaanse gelegenheidsformatie Something Else bracht de Madeira tot het kookpunt met een aanstekelijke set souljazz-standards. Naast de strak-spelende blazers altsaxofonist Vincent Herring, tenorsaxofonist Wayne Escoffery en trompettist Jeremy Pelt was het telkens naar een climax toewerkende spel van de beweeglijke pianist Dave Kikoski een genot om naar te kijken en te luisteren.
Zondag 14 juli
Het Jazz Orchestra of the Concertgebouw verzorgde zijn eigen voorprogramma: het eerste half uur speelde het orkest onder leiding van dirigent Jim Neely stukken van het album Threnody met Peter Beets achter de vleugel. Vervolgens schoof pianist Shai Maestro aan die het muzikale palet verbreedde met oosterse klankkleuren. In Maestro’s muziek klonk de pijn door van het Israëlisch-Palestijnse conflict. De pianist zei te hopen dat muziek een bijdrage kan leveren aan de vrede.
Als vervanging van de niet aanwezige trompettist Terence Blanchard kregen de bezoekers van North Sea Jazz een duo-optreden van bassist Christian McBride en saxofonist Joshua Redman aangeboden. Het speelse gemak waarmee deze twee veteranen zich door standards en eigen nummers jongleerden was zeer plezierig om te ervaren. Tussen de nummers door vertelde Redman hoe blij hij was dat hij McBride in de jaren negentig had leren kennen en hoeveel muzikale rijkdom hun gezamenlijke reis heeft opgeleverd.
Terri Lyne Carrington stond vorig jaar ook al op North Sea Jazz. De slagwerker en bandleider probeert op vele manieren ruimte te creëren voor meer vrouwen op de jazzpodia. Op de vrijdagavond presenteerde ze nieuwe vrouwelijke talenten in de Missouri, zoals de groep van trompettist Milena Casado die eveneens deel uitmaakt van haar eigen band. Zondag speelde Carrington uit ‘New Standards’, het muziekboek met 101 composities door vrouwen dat ze zelf samenstelde. Tussen de instrumentalisten bewoog een danser die op haar eigen manier reageerde op de muziek.
Trompettist Dave Douglas, die ook al eerder op het festival stond, verzint elke keer als hij komt iets nieuws. Zijn medemusici waren deze keer zeker veertig jaar jonger dan hun bandleider. De muziek die ze brachten, bevond zich in de experimentele fase. Het beste tot zijn recht kwamen Douglas’ bewerkingen van enkele Billie Strayhorn-composities, zoals een funky uitvoering van ‘Take the A-Train’.
Een onverwachte verrassing bleek Imaginarium. Deze Rotterdamse band gaf de na drie dagen vermoeid geworden jazzliefhebbers nieuwe energie met een heerlijk dansbare mix van afrobeat, reggae en elektronica in de Murray.
Sting sloot deze 47e editie af met een royale greep uit zijn rijke repertoire. In 1979 nam ik het Police-concert van Pinkpop dat live op de radio werd uitgezonden op een cassettebandje op. Veel van de nummers van toen, speelde Sting opnieuw in een bezetting van bas, gitaar en drums. ‘Iooohoo’ en ‘Ioohoho’ zong hij op exact dezelfde plekken als toen. Sting leek nauwelijks ouder geworden en hij klonk zo mogelijk nog beter dan 45 jaar geleden.
Foto’s: Ron Beenen