De kwaliteit en de hoeveelheid bij elkaar gebrachte gedrukte kunst in de twee Albertina-musea in Wenen is ronduit overweldigend. Een bezoek aan zo’n driedelige expositie heeft veel weg van het lopen van een marathon: van tevoren moet je nadenken over het tempo en de intensiteit waarmee je de veelkleurige werken in je opneemt.
We beginnen in het Albertina Modern bij de enorme Mao-zeefdrukken van Andy Warhol, die ons vanaf de affiches buiten naar dit Albertina museum hebben gelokt. Toen Warhol in de jaren 60 begon met het maken van popart, zeiden veel mensen dat je op den duur wel uitgekeken zou raken op dit plak- en knipwerk. Zes decennia later blijkt het omgekeerde het geval te zijn: in iedere kleurschakering boeit de iconisch geworden Chinese leider. Warhol had veel navolgers, maar het echte werk pik je er meteen uit. Warhol was de meester van de compositie. Hij wist precies welk deel realistisch moest blijven en waar hij met gekleurde vlakken kon volstaan. Majestueus blikt Mao de bezoekers in veelvoud aan. Het effect is bijna intimiderend.
In ‘Phil’ (1982) van Chuck Close herken ik componist Philip Glass van een afstand. Dichterbij gekomen, vervaagt het beeld dat blijkt te zijn vervaardigd uit papiermaché.
Roy Lichtenstein stolde goed gekozen beelden uit stripverhalen en blies ze op tot museumwaardige kunstwerken. ‘La Sortie’ (1990) is krachtig, (zie uitgelichte afbeelding) het wandkleed ernaast overtuigt minder. ‘Silvia’ (2002) van Franz Gertsch intrigeert. Vooral als je weet dat haar gezicht het gevolg is van de afdruk van een houtsnede.
Damian Hirst, die af en toe uitpakt met spectaculair werk is in Wenen vertegenwoordigd met relatief sobere afdrukken. De Britse kunstenaar toont hier drie etsen getiteld ‘Cyclopirox Olamine’, ‘Cinchonidine’ en ‘Cineole’. Het betreft chemische substanties die worden gebruikt voor het maken van medicijnen. Hirst drukte ze af in kleur- en in grijstinten. Zijn wandvullende ‘Het Laatste Avondmaal’ (2006) bestaat uit een serie ingelijste afbeeldingen van medicijnverpakkingen. Door die verpakkingen enigszins aan te passen knipoogt Hirst naar de commercialisering van de farmaceutische industrie. Als Jezus in het midden hangt, bestaat zijn laatste maaltijd uit een doosje paddopillen.
In het Hoofdgebouw, enkele straten verderop gaan we terug in de tijd. Het thema is nog altijd gedrukte kunst, die wordt gemaakt sinds de vijftiende eeuw. Door hun afbeeldingen af te drukken waren kunstenaars in staat veel mensen te bereiken. Het museum toont enkele vroege voorbeelden van Martin Schöngauer, Albrecht Dürer (zijn beroemde ‘Rhino’ uit 1515) en Pieter Bruegel.
Rembrandts etsen zijn bekend, het is ontroerend om zoveel mensen bewonderend te zien kijken naar het werk van de Nederlandse kunstenaar die met zekere hand deze afbeeldingen in het metaal kraste. Wat een vakmanschap om langs deze indirecte weg zulke levendige afbeeldingen op papier kunt krijgen. Rembrandt etste vooral Bijbelse taferelen, landschappen en zelfportretten.
Ook ‘Jonge Student’ (1952) van Matisse is krachtig in alle eenvoud. Juan Miró produceerde in 1938 ‘Jongen met Rode Zon’, een linoleumsnede die op zich niet revolutionair oogt, maar die door het geraffineerde kleurgebruik in slechts rood en blauw spanning krijgt. Noorwegen is vertegenwoordigd door Edward Munch (‘De Kus’, houtsnede uit 1902).
Als mijn verwende zintuigen na deze overdadige visuele prikkeling een verzadigingspunt bereiken, moet de Picassozaal nog beginnen. Het mediterrane landschap uit 1952 is echter zo prachtig en zo helder van kleur dat de energie mijn lijf weer instroomt. De aanstekelijke doeken en beelden van de Spaanse meester werken als een handvol stimulerende chocolaatjes en een sterke espresso na een copieuze maaltijd. Met behulp van verschillende druktechnieken toverde Picasso de wonderbaarlijkste composities tevoorschijn.
Naast het drukproces hebben de kunstenaars van deze epische tentoonstellingen iets anders met elkaar gemeen: een bedrieglijke schijn van eenvoud. Ze presenteren hun kunstwerken alsof het ze geen enkele moeite heeft gekost, terwijl die afbeeldingen in werkelijkheid het product zijn van geoefende ogen, ervaren handen en een jaloersmakend aangeboren talent.