Toen tenorsaxofonist Efraïm Trujillo in 2019 voor zijn masterstudie onderzoek deed naar de essentie van de blues deed hij enkele spectaculaire ontdekkingen: ‘feiten’ die decennialang als waarheden zijn aangenomen en doorgegeven door muziekwetenschappers blijken onhoudbaar. De vaak genoemde ‘blue note’ is bijvoorbeeld helemaal niet zo kenmerkend voor de blues als altijd is aangenomen. Bluesmuzikanten spelen en zingen eerder een door Trujillo omschreven ‘blue movement’, een naar boven glijdende toon. De saxofonist ontwikkelde zijn eigen instrument, de blueshorn waarop die ‘blue movement’ goed tot zijn recht komt. Deze week presenteert Trujillo met zijn band the Preacher Men het nieuwe album Royal Flush, gevolgd door een uitgebreide tour door het hele land.
Waar komt je liefde voor de tenorsaxofoon vandaan?
Ik ben geboren in California, mijn vader is Mexicaans-Amerikaans. Mijn Nederlandse moeder studeerde in de Verenigde Staten toen ze mijn vader leerde kennen. Nadat mijn ouders scheidden, belandde ik met mijn moeder, na een tussenstop in Groningen, in Amsterdam Zuidoost. Ik had als kind klassiek klarinet-les. In wat toen nog de Bijlmer heette, opereerden veel Surinaamse bands die blazers nodig hadden. Ik hield van het geluid van de tenorsaxofoon en ook het Caribische element van de Surinaamse muziek sprak me aan. Vanaf de jaren negentig speelde ik op feesten en partijen in onder meer the Fra Fra Sound. In die periode ontwikkelde Surinaamse muziek zich van puur entertainment tot complexere schouwburgmuziek.
Je maakt inmiddels ook al enkele decennia deel uit van New Cool Collective. Wat bracht je ertoe the Preacher Men op te richten?
Ik deed mee aan een paar radioprogramma’s waar ik met Hammond-organist Rob Mostert en drummer Chris Strik samenspeelde. Dat beviel zo goed dat we besloten onze liefde voor de instrumentale oerversies van gospel, blues en jazz vorm te geven in een vast trio.
Waarom zijn Rob Mostert en Chris Strik voor jou de ideale medemusici?
Er zijn niet zoveel Hammond-organisten die echt hun handen en voeten gebruiken. Rob zet met zijn blote voeten een lopende baspartij neer en hij soleert in de originele gospel-bluesstijl. Chris kan duwen en trekken en hij speelt zowel krachtig als ingetogen. Je hebt drummers en je hebt muzikanten die de drums bespelen. Dat laatste is wat Chris doet. Chris heeft zijn zintuigen altijd openstaan. Spelen met Rob en Chris is elke keer een avontuur. Ik ben zeer dankbaar voor deze working band.
Wat is het kenmerkende verschil tussen gospel en blues?
Blues is de muziek van de weemoed. Het spelen van blues is het ventileren van frustraties en tegenslag. Gospel heeft altijd een sprankje hoop. Eigenlijk zijn het twee kanten van dezelfde medaille.
Hoe maak je dat verschil hoorbaar zonder tekst?
Blues gaat uit van een bestaande situatie. Gospel heeft een verhaal waarin een zekere ontwikkeling zit. Een blues is doorgaans vrij simpel. Omdat gospel een plot heeft met meerdere lagen, gebruik je vaak ook meer akkoorden.
Trujillo, die in 1994 zijn conservatoriumopleiding afrondde, besloot onlangs alsnog zijn masteronderzoek te doen. Hiervoor onderwierp hij een representatieve selectie uit het bluesrepertoire aan een nauwgezet onderzoek en ontdekte dat de beschrijvingen die decennialang de muziektheorieboeken hebben gedomineerd niet blijken te kloppen. Een standaardblues bestaat bijvoorbeeld lang niet altijd uit 12 maten. En een blues is veel gevarieerder dan de I / I / V structuur suggereert. De meest opvallende ontdekking is echter dat de ‘blue note’, die al honderd jaar als typerend voor de blues wordt beschouwd, in werkelijkheid nauwelijks voorkomt. In feite betekent dit dat zowel platenmaatschappij Blue Note als de beroemde gelijknamige jazzclub hun naam maar beter kunnen veranderen in de door Trujillo aanbevolen term ‘Blue Movement’. Deze ontdekking was voor Trujillo aanleiding voor het ontwerpen van een nieuw instrument: de blueshorn.
Wat is er nieuw aan de blueshorn?
Ik ontwikkelde dit instrument samen met Paul Feldmann. Een saxofoon heeft geen open kleppen en daarom kun je daarop geen noten laten glijden zoals op een klarinet. Denk bijvoorbeeld aan de klarinetglissando aan het begin van Rhapsody in Blue (1924) van George Gershwin. Die open kleppen van de klarinet hebben we overgezet naar de blueshorn zodat ik daarop wel dat typische blueseffect kan spelen.
Speelt het religieuze aspect van de gospel een rol in jullie muziek?
Zodra je ergens woorden aan geeft, kun je ook onenigheid krijgen over de betekenis ervan. Dat is een van de redenen waarom we instrumentale muziek maken. Gospelmuziek is ontstaan uit frustratie over onmacht en onrecht. Gospelmuziek gaf en geeft uitzicht en hoop op betere tijden. Muziek maken kan dezelfde helende kracht hebben als een goede kerkdienst. Hoewel wij het Preacher-element met een lichte knipoog neerzetten, nemen wij de vervoerende en verbindende kant van muziek wel degelijk serieus.
Het eerste album van the Preacher Men werd geproduceerd door de legendarische Al Schmitt (1930 – 2021). Hoe was het om met hem te werken?
Dat was fantastisch! Al Schmitt kwam nog helemaal uit het analoge tijdperk. Op de mengtafel zette hij alle meters op nul en paste vervolgens het geluid aan door de microfoons te verplaatsen. Dat is een techniek die ze in de jaren zestig gebruikten toen er nog geen multi-track bestond. Hij gebruikte geen hulpmiddelen en deed alles op zijn gehoor. Daardoor ontstond een gruizig geluid dat goed bij onze muziek paste. Ook al was hij ver in de tachtig, hij klom nog gewoon op een ladder om de microfoons neer te zetten waar hij ze wilde hebben. Hij heeft met veel internationale artiesten gewerkt en was de producer die de meeste Grammy Awards op zijn naam heeft staan. Die kennis nam hij mee toen hij met ons werkte en dat was goed te merken.
Met pianist Rembrandt Frerichs maakte je in 2022 het melodieuze duo-album The Standards Collection Vol. 1. Wanneer kunnen we deel twee verwachten?
Met Rembrandt Frerichs speelde ik ooit zonder voorbereiding ‘Peace’ van Horace Silver in het Amsterdamse Bimhuis. Dat concert werd opgenomen en over dat stuk waren we zeer tevreden. Tijdens de coronaperiode besloten we om in mijn studio een aantal andere standards op die manier op te nemen: zonder af te spreken wat we precies zouden gaan doen. De meest geslaagde nummers kwamen terecht op The Standards Collection Vol. 1. Het is de bedoeling dat we op deel 2 eigen werk gaan spelen, al moeten we daar nog wel een keer onze agenda’s voor trekken.
N.a.v.
Royal Flush
The Preacher Men – ZenneZ Records
Foto’s Ferry Knijn