De romans van Philip Roth (1933 – 2018) hebben een hoog autobiografisch gehalte. Ook zijn ex-vrouwen en vroegere vriendinnen schreven boeken over de Amerikaanse auteur. Als geïnteresseerde lezer denk je dus al van alles te weten voordat je begint aan de onlangs verschenen biografie. Toch is Philip Roth, de biografie een verbazende, af en toe zelfs verbijsterende pageturner geworden. Dat is niet alleen te danken aan het spraakmakende onderwerp, maar evengoed aan het talent van de biograaf. Als Blake Bailey eenmaal op dreef is, schrijft hij alsof hij Philip Roths scherpe pen zelf in handen heeft.
Dit levensverhaal beslaat zo’n duizend pagina’s maar boeit van begin tot eind. Na het lezen van de biografie wil je de romans het liefst meteen door een schoongepoetste bril herlezen. Bailey beschrijft geen heiligenleven, zijn biografie is een goed gedocumenteerd en geloofwaardig portret van een schrijver die zijn leven grotendeels in dienst stelde van de literatuur. De biografie neemt ruim de tijd voor de aanloopperiode voorafgaand aan Roths literaire doorbraak. Op die manier ga je beter begrijpen, waarom Roth schreef zoals hij schreef, maar ook waarom zijn verhouding met vrouwen vaak zo gecompliceerd was.
Bij succesvolle schrijvers ben je geneigd te vergeten dat ze jaren, soms decennialang hebben gezocht naar hun eigen stem. Terwijl Roth ploeterde, zonder een cent te verdienen aan zijn werk, reageerde zijn echtgenote Maggie Martinson haar frustraties op hem af. Hij was met deze vrouw, die al een huwelijk achter de rug had en twee kinderen verwaarloosd had achtergelaten, getrouwd in 1959. Het is een wonder dat Roth gedurende deze lange periode van voortdurende ruzies over onbenullige zaken überhaupt in staat was om te schrijven. Niet alleen haalde Maggie hem dagelijks het bloed onder de nagels vandaan, achteraf bleek ze hem onder valse voorwendselen het huwelijk te hebben ingelokt. Ze had een zwangere vrouw geld gegeven in ruil voor een urinemonster zodat ze na een positieve test kon aantonen dat ze een kind van Roth verwachtte.
Het is verbazingwekkend dat de schrijver zich zolang liet gijzelen in dit verstikkende huwelijk. Bailey legt uit dat Roth van zijn ouders een groot verantwoordelijkheidsgevoel had meegekregen. Ook eergevoel speelde volgens de biograaf een rol: een man moest op zijn minst zijn eigen gezin in toom kunnen houden. Roth fantaseerde regelmatig over het vermoorden van zijn vrouw. Het bleek niet nodig, in 1968 verongelukte ze. Toen Roth een taxi nam naar het mortuarium om haar lichaam te identificeren vroeg de chauffeur: ‘Hebt u iets te vieren? U fluit al de hele reis!’
Toen deze akelige periode achter de rug was, zagen zijn vrienden hem voorzichtig opbloeien. In gezelschap was Philip Roth een gangmaker, hij vertelde anekdotes en grappen met de timing van een stand-upcomedian. Een collega-schrijver gaf hem het gouden advies: ‘Ga nou eens schrijven zoals je die mooie verhalen aan ons vertelt.’
Vanaf dat moment ging het roer radicaal om. Roth liet de zelfopgelegde eis los dat hij op een zware en bedachtzame manier te werk moest gaan. Zijn onderwerp bleef hetzelfde: opgroeien in een Joods gezin in Newark, New Jersey. Maar de nieuwe toon gaf zijn muziek een totaal ander karakter: Alexander Portnoys vertelstem is brutaal, schaamteloos, maar vooral geestig.
Portnoy’s Complaint (1969) beschrijft de invloed van hormonen op een puberjongen. Alexander Portnoy groeit op in een Joods gezin, maar zijn opstandigheid en zijn voortdurende verlangen naar seks zijn universeel. Het boek is geschreven als een woedende monoloog met expliciete en groteske details.
De roman was zo succesvol dat ‘Portnoy’ Roths andere werk lang overvleugelde. Roth was controversieel geworden, maar progressieve Amerikanen beschouwden hem als een held. Dankzij zijn plotselinge populariteit was hij tot in de hoogste kringen welkom. Zijn onderhoudende aanwezigheid deed de rest. Vrouwen waren dol op hem en een keten van affaires volgde. Zijn vriendinnen waren bepaald niet van de straat, zelfs Jackie Kennedy nodigde hem uit in haar appartement nadat ze weduwe was geworden.
Het schrijverschap kwam bij Roth altijd op de eerste plaats. Fictie torende in zijn ogen uit boven andere kunstvormen. Over verfilmingen van zijn werk was hij nooit tevreden, als hij al de moeite nam om te kijken.
Zijn boeken werden overigens niet allemaal goed ontvangen. Portnoy’s Complaint mocht dan zijn ingeslagen als een bom, de reacties op de titels die volgden waren zuinig en zijn nieuwe werk werd matig verkocht. Roth vertikte het echter om zich aan te passen aan de literaire mode en schreef slechts boeken waarvan hij vond dat hij ze moest schrijven. In The Breast (1972), The Professor of Desire (1977) en The Dying Animal (2001) speelt seks als drijfveer nog altijd een rol, maar inmiddels ingebed in het volwassen leven met alle complicaties van dien. Niet alleen in zijn zucht naar vrijheid en ongebondenheid was Roth een kind van zijn tijd, dat geldt ook voor de man-vrouw verhoudingen in zijn werk.
Zijn huidige status dankt Roth voor een belangrijk deel aan de Amerikaanse romans die hij in de herfst van zijn leven schreef. American Pastoral (1997) gaat over de sociale onrust ten tijde van de Vietnamoorlog. The Human Stain (2000) onderzoekt de toenemende gevoeligheid voor uitingen van racisme. In The plot against America werkt Roth het scenario uit dat in 1936 niet Franklin D. Roosevelt zou zijn gekozen als president maar (ex-vliegenier) Charles Lindbergh, die nazisympathieën had. Toen Donald Trump de verkiezingen won, werd dit boek opnieuw een bestseller. Ook in zijn laatste roman had Roth een vooruitziende blik. Nemesis (2010) beschrijft het angstige begin van een polio-epidemie. Deze boeken waarin Roth Amerika van verschillende kanten belicht en de schoonheid, de veerkracht, het optimisme en het idealisme van het land laat contrasteren met het absurde, het perverse, het wraakzuchtige en het weerzinwekkende zijn nog altijd verrassend actueel.
In 2012 besloot Roth definitief te stoppen met schrijven omdat zijn verslechterende gezondheid dat niet langer toestond. Naast zijn computer plakte hij de tekst: ‘The battle is over (De strijd is gestreden)’.
In de tijd die hem restte, sprak hij veel met de door hem uitverkoren biograaf Blake Bailey. Roths regelmatig geciteerde vertelstem maakt dit toch al levendige boek nog smeuïger, persoonlijker en grappiger. Bailey bleef echter op zijn hoede, hij controleerde alle feiten, roddels en beschuldigingen bij de nog levende betrokkenen en anders bij hun nabestaanden. Het is wel spijtig dat verschillende vrouwen niet onder hun eigen naam genoemd willen worden, terwijl ze wel een voorname rol speelden in Roths leven.
Aan het eind van zijn door rugpijnen gekwelde leven realiseerde Roth zich dat zijn op het werk gerichte levensstijl tot gevolg had dat zijn laatste dagen eenzaam zouden zijn. Ouder geworden was hij beter in staat om vriendschappelijk met vrouwen om te gaan. Vrienden vertelden dat Roth onder vier ogen veel kwetsbaarder was dan hoe hij zich presenteerde aan de buitenwereld.
Iets dergelijks zag je op het punt van religie. Roth was opgegroeid in een gezin dat meedeed aan de Joodse tradities, maar al niet meer van harte. Het besef dat zijn familie ontkomen was aan de gruwelen van de nazi’s, vervreemdde de schrijver verder van tradities en geloof. In het openbaar noemde Roth zich trots en ogenschijnlijk zonder twijfel atheïst. Maar vriend Jack Miles vertrouwde hij toe dat hij op gelukkige momenten, maar ook in periodes van ziekte wel eens ging bidden.
Vroeg of laat herkenden mensen uit Roths omgeving zich in een van de personages uit zijn romans. Het versterkte hun vermoeden dat Roth hen beschouwde als werkmateriaal. Zelf werd Roth al gek bij de gedachte dat iemand iets onwaars over hem zou vertellen. Als een journalist hem na een interview vroeg de tekst te controleren, herschreef hij het hele gesprek. Actrice Claire Bloom, zijn tweede echtgenote, schreef na hun scheiding Leaving a Doll’s House (1996) waarin ze haar ex-man portretteerde als een vrouwen-hatende narcist. In het openbaar reageerde Roth luchtig op het boek maar intimi vertelden dat de eenzijdige beschuldigingen van de verbitterde actrice zijn verdere leven behoorlijk hebben vergald. Veel mensen geloofden Bloom en haar memoires hebben Roths reputatie geen goed gedaan.
In 2016 maakte Philip Roth nog een kans op de Nobelprijs voor de literatuur. De belangrijkste literaire prijs ging echter naar Bob Dylan. Toen journalisten Roth belden om een reactie zei de schrijver met aan duidelijkheid niets te wensen overlatende humor: ‘Het is prima, maar de volgende keer mogen (folkzangers) Peter, Paul & Mary hem winnen.’
Het leeuwendeel van Roths nalatenschap ging naar de Newark Public Library. De bibliotheek waar Roth als kind van boeken had leren houden werd namelijk met sluiting bedreigd. Naast miljoenen dollars schonk Roth de bibliotheek zijn vierduizend boeken, zijn schrijftafels en zijn leesfauteuils.
Zelfs met duizend pagina’s is Baileys biografie niet compleet. Roths oeuvre komt er bijvoorbeeld maar bekaaid van af. Een van de vele foto’s in het boek toont Roth in een zo te zien geanimeerd gesprek met schrijver en essayist Zadie Smith (1975). Hoe goed kende zij Roth en wat vond ze van hem? Wereldwijd is er nogal wat veranderd in de opvattingen over de omgang tussen mannen en vrouwen en Smiths mening doet er toe. Hier had Bailey wel wat meer over mogen zeggen.
Zadie Smith wees bijvoorbeeld na Roths overlijden in 2018 in The New Yorker op de kracht van zijn werk: ‘Roth heeft me geleerd dat je literatuur niet moet beoordelen met een morele meetlat, maar dat een goede roman waarde in zichzelf heeft. Roth hield zich verre van politieke kwesties maar schreef over intieme, ongemakkelijke waarheden.’ Smith was zich bewust van de blinde vlekken van de gestorven schrijver, maar voegde daar onmiddellijk aan toe: ‘Wie heeft die niet?’
De naam van Hannah Ahrendt (1904 – 1975) komt wel een paar keer voorbij; Bailey beschrijft Roths bewondering voor de Duits-Amerikaans-Joodse filosofe en vermeldt dat Roth en Ahrendt vlak bij elkaar zijn begraven op de begraafplaats van Bard College. Hannah Arendt die naar aanleiding van het Adolph Eichmann-proces schreef over ‘de banaliteit van het kwaad’ werd net als Roth beschuldigd van Joodse zelfhaat. Dat de twee met elkaar correspondeerden en elkaar tenminste een keer hebben opgezocht, vermeldt Bailey niet. Daarvoor moeten we zijn bij Ira Nadel, die door Roth werd afgewezen, maar die later dit jaar met de biografie Philip Roth, A Counterlife op de proppen komt.
Blake Bailey schreef een adembenemende, onthullende, onderhoudende en soms schokkende biografie, maar het laatste woord over Roth en de betekenis van zijn werk is nog niet gezegd. Gelukkig niet.
Blake Bailey, Philip Roth, De biografie. Vertaald door Lidwien Biekmann en Frank Lekens.
De Bezige Bij, Amsterdam, 2021. 1035 blz. €49,99