Oog in oog staan met het gerestaureerde Lam Gods (1432) is een wonderlijke ervaring. Het Lam is klein, maar zijn menselijke ogen lijken alles te zien. Dat die ogen eeuwenlang verborgen zijn gebleven is slechts een van de vele raadsels die aan dit twaalfdelige kunstwerk zijn verbonden.

Achter het Lam zien we de contouren van het Nieuwe Jeruzalem. De gebroeders van Eyck dachten niet in eerste instantie aan de hoofdstad van Israël, maar ze schilderden, heel menselijk, een skyline waarin de kerktorens van Gent, van Brugge en zelfs van Utrecht zijn te herkennen. Het veelluik staat opgesteld in een speciale ruimte in de Sint-Baafskathedraal te Gent.

In de kerk kun je slechts cash betalen. Het wordt snel vol in de kleine ruimte. Het kostbare kunstwerk wordt beschermd tegen de asemende mensenmassa als een corona-patiënt in een glazen quarantaineverblijf. Vanwege de drukte en de opstelling zijn de bovenste panelen met daarop Maria en (vermoedelijk) God de Vader minder goed te zien. Deze panelen wachten nog op restauratie. Adam en Eva zijn vervangen door zwart-wit kopieën, omdat de originelen te zien zijn in het museum. Dat geldt ook voor de werken op de achterzijde. Zowel in de kerk als in het Museum voor de Schone Kunsten worden nog ansichtkaarten van het Lam Gods van voor de restauratie verkocht: met schapenogen dus en met vier oren.

De Moeder, De Vader en Johannes
De Moeder, De Vader en Johannes

Ook in het Museum voor Schone Kunsten is het druk, maar je kunt je daar gemakkelijker bewegen dan in de kathedraal. Het audioprogramma verduidelijkt veel. De tentoonstelling laat via een op muur bevestigde plattegrond zien dat Gent een centrale rol speelde in het Middeleeuwse Europa. Antwerpen en Rotterdam werden nog niet eens vermeld op de kaart. Politicus en koopman Joos Vijd en zijn echtgenote Lysbette Borluut gaven Hubert van Eyck de opdracht om een altaarstuk voor de Sint Baafskathedraal te ontwerpen. Hubert maakte vermoedelijk een eerste opzet, maar stierf voordat het ambitieuze project klaar was. Zijn broer Jan van Eyck nam het schilderpenseel over en dankzij diens grote schildertalent en zijn scherpe oog steeg dit altaarstuk uit boven de middelmaat en kunnen we ons zeshonderd jaar later nog verwonderen over de artistieke zeggingskracht ervan.

Adam en Eva hangen op ooghoogte zodat we deze eerste twee naakten uit de Europese kunstgeschiedenis van zeer nabij kunnen bewonderen. Jan Van Eijck ontwikkelde een revolutionaire olieverftechniek en hij schilderde gedurfd en met een zekere hand. Adam en Eva zijn echte mensen geworden. Ze lijken te ontsnappen aan de hen omhullende lijst. Van Eyck vereeuwigde tevens zijn twee opdrachtgevers in hun eigen altaarstuk. Joos en Lysbette werden ook mensen van vlees en bloed die ieder moment zouden kunnen opstaan en weglopen. De tentoonstelling Van Eyck, een optische revolutie toont een groot deel van de bewaard gebleven werken van Jan van Eyck. Een ander hoogtepunt is het Portret van Jan de Leeuw uit 1436. De Middeleeuwse goudsmit kijkt me aan alsof ik met een tijdmachine naar hem toe ben gereisd.

Portret van Jan de Leeuw
Portret van Jan de Leeuw

Het is allesbehalve vanzelfsprekend dat Het Lam Gods in 2020 nog te zien is. Hart en verstand staan stil bij het horen van de gevaren die dit kunstwerk door de eeuwen heen heeft getrotseerd. De Fransen gingen er mee aan de haal, Hitler nam het mee als oorlogsbuit, het Lam Gods is ontkomen aan de vlammenzee en het heeft opgeslagen gelegen in vochtige zoutmijnen. Alsof dat nog niet genoeg is: het had maar een haartje gescheeld of deze ultieme uiting van beschaving was ten prooi gevallen aan de brute barbaren van de beeldenstorm.

Albrecht Dürer voor het Lam Gods
‘Albrecht Dürer bewondert het Lam Gods’ door Pieter Frans de Noter en Felix Vigne.

In een van de zalen hangt een werk waarop Albrecht Dürer (1471 –  1528) staat te kijken naar Het Lam Gods. De audiotour citeert uit het reisverslag van de Duitse kunstenaar: ‘Het Lam Gods is een prachtig schilderij, vooral Eva en Maria zijn goed gelukt.  Trouwens Gent zelf is ook zeer de moeite waard!’ Vijfhonderd jaar later heb ik daar weinig aan toe te voegen.

Gent
Gent